De maandelijkse schrijfuitdaging van
Coach Bert
11 mei 2024 koos hij de woorden: viroloog - spiegel - likeur
#3 april - >
HIER / #2 maart - >
HIER / #1 februari - >
HIER
Ergens tjilpte een vogel... droomde hij het of was het echt? Langzaam opende hij zijn ogen en terwijl hij om zich heen keek realiseerde hij zich dat hij niet wist waar hij was. Terwijl hij probeerde op te krabbelen merkte hij hoe zeer zijn lichaam deed, de ene na de andere rilling trok over zijn lijf. Hij had het koud! De zon scheen volop maar hij had het koud? Hij trok zijn mantel strakker om hem heen en merkte dat er niets in de haak was. Waar was hij? Wie was hij? Waarom zat hij niet gewoon, zoals altijd, keurig in 3-delig grijs achter zjin bureau op het kantoor? Wat was er in de hemelsnaam met hem gebeurd?
voor zover het hem lukte probeerde hij overeind te komen en om zich heen kijkend besefte hij dat hij niet wist waar hij was, laat staan wanneer want zijn omgeving zag er niet modern a la 21e eeuw uit.
Toen klonken er gedempte voetstappen en een geluid dat hij niet thuis kon brengen, daarna volgden er stemgeluiden. Stemmen die met elkaar discussieerden. "Niet aanraken hoor, hij zit onder de zweren".... weer een andere stem sprak: "Broeders, broeders, zullen we doen wat tot onze taak behoort; de zieke mens verzorgen?" waarop een 3e stem schamperde: "Nou dit is gewoon een zwerver hoor, eigen schuld dikke bult..." En toen werd het stil, heel stil. Na enige tijd voelde hij enkele armen onder zijn oksels doorglijden en werd hij omhoog geholpen.
Goedemorgen meneer, het gaat niet goed met u, is het wel? Komt u maar, wij hebben een bad en een bed en wellicht kunnen we ook ervoor zorgen dat uw maag gevuld gaat worden. Nog steeds te verbijsterd, maar ook zich overgevend aan de extreme pijnen die door zijn lichaam schoten gaf hij verzet op en liet zich gewillig meevoeren. Enige tijd later lag hij schoon en gevoed in een schoon bed in een kamer waar een sfeer hing van rust en gastvrijheid. Liefdevolle zorg zelfs. Iets dat hij niet zelf kende, hooguit uit sommige verhalen.
Hij keek om zich heen en zag naast zijn bed een lange rijzige man staan in een lang gewaad. Hij droeg een klein dienblad met daarop nog wat brood en een glas met inhoud, hij herkende de geur. Het moest wel het ene of andere fruit
likeur zijn want buiten had hij tal van fruitbomen gezien. De man naast zijn bed stelde zich voor en vertelde dat hij arts was en allerlei onderzoeken deed, ook had hij hem onderzocht om te bepalen welk virus hem had getroffen en helaas had hij slecht nieuws, dit zou niet te genezen zijn. Dus men beloofde hem voor hem te zorgen zolang het nodig was.
"Kunt u mij uw naam vertellen meneer?" Het bleef even stil... 'ja natuurlijk, ik heet... ehhhhh... huh?... ik weet het niet meer, hoe kan dat nou... ' stamelend struikelde hij over tal van zinnen die hij uitspreken wilde. Opeens zag hij naast zijn bed aan de muur een
spiegel hangen, hij richtte zich op en zag een hoofd verschijnen dat hij niet herkende. "Gaat u eerst maar rusten" sprak de man weer, "we komen straks wel bij u terug en dan praten we verder".
De volgende dag bij de supermark in het dorp gonsde het van de geruchten. De kassière had kennelijk alle antwoorden. Met de grootste stelligheid wist ze te vertellen dat die vreemde, die in het bos gevonden was, en nu opgevangen en verzorgd werd in het museumklooster -dat gelukkig nog steeds deels bewoond en bewerkt werd- , niet leed aan de één of andere enge ziekte. Kees -haar echtgenoot en
viroloog in het lokale ziekenhuis- was al bij de zieke geweest en had kunnen vaststellen dat hij overdekt was door bulten en zweren omdat hij enkele dagen rond had gezworven en daarbij gestuit was op een mierenhoop en doordat hij laveloos was geweest had hij niet gemerkt dat hij daar uren en uren in een comateuze slaap had gelegen.
Geruime tijd later verliet een man het ziekenhuis. Stapte in een gereedstaande taxi en gaf de chauffeur het adres waar hij naar toe gebracht wilde worden. Na een korte rit stopte de taxi weer. De man stapte uit en zei tegen de chauffeur: "U zult wel denken dat ik compleet gek ben maar kortgeleden werd ik hier gevonden, opgevangen en verzorgd toen ik volledig de weg kwijt was. Een man met baard en lang haar in een lang gewaad heeft mij weer op de been geholpen". De taxichauffeur keek hem aan met grote ogen en dacht bij zichzelf: "ben ik nou gek of denkt hij dat hij Lazarus is en dat Jezus hem weer op de been heeft geholpen?" Hij sprak het echter niet uit en vroeg daarentegen: "waar zal ik u nu naar toe brengen meneer?" 'Nergens... ik ben thuis', klonk het weerwoord waarna de spreker wegliep.
Heb én hou het goed